Schermbloemigen, zijn éénjarige of overblijvende kruiden met gesleufden, hollen stengel, meestal samengestelde of herhaaldelijk ingesneden bladeren, krachtige bladscheeden en kleine, witte of gele, soms lichtroode of paarse bloemen, die meestal tot veelstralige, samengestelde schermen vereenigd zijn. De vrucht is eene dubbele dopvrucht met vele ribben, waartusschen gewoonlijk een donkere streep gezien wordt, de z.g. oliestrièm, met vluchtige olie gevuld.
Men kent ongeveer 150 geslachten met 1300 a 1400 soorten, waarvan in Nederland ongeveer 40 geslachten met pl.m. 60 soorten voorkomen. Tot de moeskruiden behooren: Petroselinum sativum, peterselie; Apium graveolens, selderij; Anthriscns eer ef otium, kervel; Daucus carota, peen. Om hunne aromatische vruchtjes worden verbouwd o. a.: Carum carvi, karwijzaad; Coriandrum sativum, korianderzaad; Cuminum Cyminum, komijnzaad; Pimpinella Anisum, anijszaad. Als vergiftige planten zijn vooral te vermelden: Cicuta virosa, waterscheerling; Aethusa Cynapium, hondspeterselie (zie bij Petroselinum) en Conium maculatum, gevlekte scheerling.