Om de huidplanken van een schip aan het inhout te bevestigen, worden beneden de lastlijn behalve bouten en spijkers ook T. gebruikt. Deze houten nagels doen dienst als bouten en zijn zeer sterk en doelmatig, mits de voortdurende onderdompeling alle uit- en losdroging belet.
Boven water zijn zij dus onbruikbaar. T. worden van taai eiken hakhout, dat goed gedroogd is, gekloofd en daarna door een snijwerktuig op de juiste middellijn rondgesneden. Het gat, waarin de nagels worden geslagen, is meestal niet geheel doorgeboord, maar blind en in het vooreinde van den nagel wordt dan vóór het indrijven een wiggetje of deuteltje gezet, dat, als de nagel het gat geheel vult, in de punt dringt, het vooreinde van den nagel dus sterk in het gat uitzet en doet klemmen. Ook in den kop van den nagel wordt nog een wig gedreven.
