Gepubliceerd op 14-03-2021

Thüringen

betekenis & definitie

landstreek tusschen de Werra, de Witte Elster, den Harz en het Thuringerwoud.

Geschiedenis

De Thuringers worden als volksstam in het begin der 5de eeuw vermeld en komen vervolgens onder de bondgenooten van Attila voor; hun naam komt van de oude Hermunduren af; zelf zijn zij echter een overschot der Semnonen en hebben zich met de Hermunduren tot den nieuwen stam der Thüringers vereenigd. Hun laatste koning Hermanfred werd door Theodorik van Austrasië verslagen, 531 vermoord en zijn rijk vernietigd; alleen bleef de naam tot de door Werra en Saale, den Hartz en het Thuringerwoud begrensde landstreek bepaald. De bekeering tot het christendom en vooral de werkzaamheid van Bonifacius verbond T. nauwer aan het fränkische rijk. Het werd dan ook in de 8ste eeuw door fränkische graven bestuurd, doch kwam vervolgens onder de macht van Otto den Verlichten, hertog van Saksen en verloor zijn zelfstandige positie. Na het vermoorden van markgraaf Ekkehard I van Meissen (1002), die ook hertog van T. was, werden de graven van Weimar de mächtigsten in het land; dit huis stierf echter 1067 uit. Daarop brak een strijd uit tegen koning Hendrik IV, om de quaestie der tienden; tijdens dien oorlog trad in T. een nieuw geslacht op den voorgrond; de stamvader daarvan was graaf Lodewijk met den Baard, uit een fränkisch geslacht en leenman van Mainz; hij overleed 1056 en 1130 werd zijn kleinzoon Bodewijk (overl. 1140) door keizer Lotharius tot landgraaf van T. verheven.

Thans kwam er eenheid in het land en begon daar ook de stoffelijke welvaart te bloeien. Onder de steden van T. kwam vooral Eisenach, onder bescherming van den Wartburg, op. Na den dood (1227) van Lodewijk IV den Heiligen, den echtgenoot der h. Elizabeth, werd de voogdij over zijn vierjarigen zoon Herman II waargenomen door diens oom Hendrik Raspe, die de landgravin-weduwe Elizabeth van den Wartburg verdreef en na Hermans dood 1241 zelf als landgraaf en ook als tegenkoning optrad. Na zijn dood, 1247, brak de thuringsche successie-oorlog uit, waarvan het gevolg was, dat markgraaf Hendrik de Verlichte van Meissen landgraaf van T. werd; hij liet echter het landgraafschap over aan zijn zoon Albreeht den Ontaarden, die met zijn broeder, vader en eigen zoons in twist geraakte. Hierop herstelde koning Rudolf van Habsburg de orde in T.; zijn zoon Adolf van Nassau verzekerde zich van de opvolging in T. en ontrukte het land aan den landgraaf; doch na Adolfs val en Albreohts dood kwamen de zoons van laatstgenoemde weer in het bezit van T.

In de 14de en 15de eeuw hadden er onder de leden van hun geslacht verschillende verdeelingen en overeenkomsten plaats, totdat 26 Aug. 1485 een formeele verdeeling plaats vond tusschen Ernst en Albreeht, de zonen van Frederik den Zachtmoedigen, waarbij T. aan Ernst kwam. De toenmaals geschapen toestand werd echter totaal veranderd door de wittenbergsche capitulatie van 19 Mei 1547. Uit die verandering zijn langzamerhand de hertogdommen der ernestijnsche linie van Saksen ontstaan, terwijl de overige gedeelten van T. vereenigd bleven met het keurvorstendom en latere koninkrijk Saksen, tot dat zij' 1815 daarvan werden gescheiden.

< >