fransch krijgsman, geb. te Carhaux 1743, gesneuveld te Oberhausen in Beieren 1800, stamde uit een basterd-tak van het huis Bouillon, waartoe Turenne behoorde. In 1785 tot kapitein bevorderd, onderscheidde hij zich 1793 in de Oost-Pyreneeën bij den overtocht van de Bidassoa.
Op een reis naar Bretagne gedurende zijn verlof na den laatsten veldtocht ondernomen, viel L. in handen der Engelschen, die hem eerst in 1797 uitleverden. Toen de jongste zoon van zijn vriend Le Brigant, wiens drie andere zoons reeds voor het vaderland het leven hadden gelaten, door de conscriptie tot den dienst was opgeroepen, trad L. in diens plaats, streed in Zuid-Duitschland, Zwitserland en aan den Rijn. Bonaparte schonk hem een eeresabel en daar L. elke bevordering afwees, den titel van ,,Eersten Grenadier van Frankrijk”. Kort daarop vond L. den heldendood; terwijl hij aan het hoofd van zijn grenadiers streed bij Oberhausen, maakte een lansstoot in het hart een einde aan zijn leven. Op dezelfde plaats waar dit geschiedde werd een monument opgericht en de Eerste Consul gaf bevel, dat de naam van den held niet van de lijst zou worden afgevoerd en bij het appèl, wanneer zijn naam werd afgeroepen, zou worden geantwoord: „Gestorven op het veld van eer.” Dit bleef in stand tot het jaar 1814. De overblijfselen van L. werden bijgezet in het Pantheon te Parijs.