elk toestel hetwelk in staat stelt ver verwijderde voorwerpen waar te nemen (astronomische en aardsche verrekijker, tooneelkijker). Gewoonlijk echter geeft men dezen naam aan die optische instrumenten, waarbij niet alleen breking, maar ook terugkaatsing van lichtstralen plaats heeft, waarom men ze ook wel spiegeltelescopen noemt (zie Spiegeltelescoop).
De astronomische verrekijker, in de 17de eeuw uitgevonden door Lippershey te Middelburg, bestaat (evenals een samengesteld microscoop), in hoofdzaak uit twee convergeerende lenzenstelsels; het objectief is echter veel grooter dan het oculair; door de grootte van het objectief kunnen zeer veel lichtstralen worden opgevangen, waardoor het beeld des te helderder wordt. Boven den kijker is een tweede veel kleinere geplaatst, welks as evenwijdig loopt met die van den grooten kijker; deze kleinere kijker haalt minder bij (vergroot minder sterk) dan de groote, doch heeft daardoor een grooter gezichtsveld en dient dan ook om de ster die men wil waarnemen, 'te zoeken; door den grooten kijker, welke op zijn voetstuk zoowel in een verticaal als in een horizontaal vlak draaibaar is, wordt het hemellichaam dan nader waargenomen.