(De) te Delft is ontstaan uit de Polytechnische school (zie ald.) bij de Wet (Hoogeronderwijswet) van 22 Mei 1905 (St.bl. 141), gewijzigd bij Kon. Besl. van 6 Juni 1905 (St.bl. 181).
Zij bevat 5 afdeelingen: 1) Algemeene wetenschappen (handteekenen, kunstgeschiedenis, staats-, administarief- en handelsrecht, staathuishoudkunde, natuurkunde, wiskunde, toegepaste wiskunde en mechanica, wiskundige theoretische mechanica, wiskundige mechanica). 2} Weg- en. Waterbouwkunde. 3) Bouwkunde. 4) Werktuigbouwkunde, Scheepsbouwkunde en Electrotechniek. 5) Scheikundige technologie en Mijnbouwkunde. Het onderwijs wordt gegeven door gewone, buitengewone hoogleeraren en lectoren; priv.-docenten kunnen worden toegelaten. Het bewijs van bekwaamheid (einddiploma H. B. S. 5-jarigen cursus) tot de studie aan de T. en de examens der T. zijn geregeld bij Kon.
Besl. van 4 Juli 1905 (St.bl. 227). Voor de inschrijving van de studenten, door den rector-magnificus wordt geen voorafgaand examen gevorderd, doch betaling van het collegegeld (f 200). Het doctoraat in de technische wetenschap wordt door den Senaat toegekend. Het onderwijs omvat de technische kennis in haar voilen omvang zoowel theoretisch als practisch. De T. is bestemd of noodzakelijk voor aanstaande industrieelen of technologen, die een grootere mate van theoretische kennis verlangen dan aan een Hoogere Burgerschool met ó-jarigen cursus kan worden verkregen en voor ingenieurs in de verschillende vakken: civiel, werktuigkunde, bouwkunde, scheepsbouwkunde, mijnbouw, electroteehniek enz.Het examen ter verkrijging van een getuigschrift van bekwaamheid tot de studie aan de T. (het onderzoek loopt over dezelfde vakken en is gelijk aan het eind-examen H. B. S. 5-j. c.) wordt in 1906 voor de eerste maal afgenomen. Voor volledigen tekst zie de St.ct. 1905, no. 168, die een Kon. besluit bevat ter uitvoering van art. 33 onder c, der bed. wet.