Gepubliceerd op 14-03-2021

Suffrides petri

betekenis & definitie

nederl. geleerde, eigenl. Sjoerd Pieters geheeten, geb. 1527, waarschijnlijk te Leeuwarden, gaf onderwijs in de klassieke talen, eerst te Leeuwarden, daarna te Erfurt.

Na eenigen tijd de betrekking van secretaris en bibliothecaris van den kardinaal Granvelle te hebben vervuld, ging hij naar Leuven, waar hij zich op de rechtsgeleerdheid toelegde, en onderwees deze van 1577—86 te Keulen. Inmiddels werd hij door de Staten van Friesland tot historieschrijver van dat gewest aangesteld, trad te Leuven in den geestelijken stand en overl. 1597 te Keulen. S. was een man van uitgebreide geleerdheid, ervaren in het grieksch en latijn, in geschiedenis, oudheidkunde en rechtsgeleerdheid. Hij gaf meerdere werken in het licht: De Frisiorum antiquitatc et origine (Keulen 1590), een door de latere historische wetenschap veroordeelde proeve om ongeloofbare friesche kronieken als geloofwaardige bronnen te doen voorkomen, en het meer belangrijke geschrift: De Scriptorib-us Frisiae (Keulen 1593).

< >