Gepubliceerd op 14-03-2021

Sterrenbeelden

betekenis & definitie

groepen, in welke men de vaste sterren heeft afgedeeld om ze beter te kunnen overzien. Reeds in hooge oudheid kwamen ze voor.

De Grieken leerden ze gedeeltelijk van de Egyptenaren kennen, en van hen kwamen zij tot de Romeinen. Ptolemaeus noemt er 48 op. Daartoe behooren vooreerst de 12 in den dierenriem (zie ald.); ten tweede de S. ten noorden van dezen: Andromeda, de Arend, de Groote Beer, de Kleine Beer, Boötes, Cassiopeia, Gepheus, de Dolfijn, de Draak, de Driehoek, Hercules, de Kleine Hond, de Noorder Kroon, de Lier, Ophiuchus, het Kleine Paard, Pegasus, Perseus met het hoofd van Medusa, de Pijl, de Slang, de Wagenman, de Zwaan; ten derde de S. ten zuiden van den dierenriem:: het Altaar, het Schip Argo, de Beker, Centaurus, de Rivier Eridanus, de Haas, de Groote Hond, de Zuider-Kroon, Orion, de Raaf, de Zuider-Visch, de Walviscih, de Waterslang en de Wolf. Twee anderen, Antinous (vereenigd met den Arend) en het Hoofdhaar van Berenice, mede van de Ouden afkomstig, geraakten in onbruik, maar werden door Tycho de Brahe hersteld. Na het ontdekken van den waterweg om Kaap de Goede Hoop kwamen er nog verschillende bij, onder anderen door Bartsch, Hevelius, Halley, Lacaille en Lalande. Van deze bleven echter alleen in gebruik: de Eekhoorn, de Giraffe, de Hagedis, de Jachthonden, de Kleine Leeuw, de Lynx, het Schild van Sobieski, het Sextant, de Vos met de gans, de Duif en Messier of de Oogstbewaarder.

< >