1) Schuldeischer, oorspronkelijk een studententerm, die later in algemeen gebruik werd genomen; ook schuld; beren maken of cultiveeren: schulden maken.
2) Mannetjes-varken.
3) In do waterbouvvk.: een van steenen opgemetselde waterkeering, in doorsnee meest de gedaante van een gelijkbeenigen driehoek vertoonende.
4) Bij machines: rookkeering op den bodem van het rookkanaa1 eener stoommachine.
5) Een soort snijdende sponning of overzij schaaf, waarvan het blok zoowel als het vlak van den beitel den vorm heeft van een omgekeerde ï (engelsch T-rou).
6) Schuin afloopend metselwerk, aangebracht tegen een muur, om dien te schoren of te stutten ; vooral gebruikt bij kerkmuren.
7) Heiblok, valhamer.
8) Drekstoffen.