heilige, geb. 20 Oct. 1550 op het slot Kostka in Polen, begaf zich op 17-jarigen leeftijd heimelijk naar Ddllingen, om den toenmaligen provinciaal van Duitschland, den beroemden Petrus Canisius, om opneming in de Sociëteit van Jezus te verzoeken; deze zond hem naar Rome, waar hij door den generaal, den h. Franciscus Borgias, 1567 als novice werd aangenomen; hij overleed in den geur van buitengewone heiligheid reeds negen maanden later, 15 Aug. 1568.
Hij wordt in de r.-kath. kerk als heilige en als een der patroons van de studeerende jeugd vereerd; feestdag 13 Nov.