Fransch opera-zangeres, geb. te Parijs, 1744, overl 1802. Veel succes had zij in de rol van Iphigenia in het gelijknamig drama van Gluck.
Zij leidde een lichtzinnig leven, had bij den graaf Lauragnais verscheidene kinderen, (waaronder een zoon, Constant Dioville de Brancas geheeten, die in den slag bij Wagram sneuvelde) en stierf arm en verlaten. Zij was bekend om haar geestigheid en gevatheid. Een verzameling van aan haar toegeschreven bonmots verscheen in 1813, onder den titel Arnoldiana.