Sidderaars, Bevenden (naar de lichaamsbewegingen met welke zij hun godsdienstoefening doen vergezeld gaan) naam eener godsdienstige secte, te Manchester in Engeland omstreeks het jaar 1747 ontstaan onder de Kwakers, met welke zij groote overeenkomst hebben in hunne begrippen over het staatswezen, in het weigeren van krijgsdienst en eedizwering, in het verwerpen van alle kerkplechtigheden enz. De secte verkreeg haar tegenwoordigen vorm, van Anna Lee, geb. in 1736, die in 1770 zich aan het hoofd der S. plaatste.
Zij beweerde onmiddelijke goddelijke openbaringen ontvangen te hebben, vond geloof bij haar aanhangers, en werd door hen als moeder begroet, terwijl zij zich zelve den naam gaf van „bet woord”. In Engeland vervolgd, stak zij met eenigen harer volgelingen over naar Amerika, waar zij te Watervliet bij Albany de eerste gemeente, of, zooals zij zich zelve uitdrukte, familie der S. stichtte; zij overl. in 1784. Haar aanhang breidde zich uit en in 1832 telde men in de Vereenigde Staten 15 gemeenten met 6000 leden. Daar de S. den ongehuwden staat tot eerste voorwaarde van hun gemeentewezen stellen, breidt zich hun aanhang alleen door proselieten uit. Zij hebben een onbeperkte gemeenschap van goederen. De dorpen der S. maken door de orde, netheid en rust, die er heerschen, een goeden indruk. Hun godsdienstverrichtingen bestaan hoofdzakelijk in zekere dansen, door mannen en vrouwen afzonderlijk uitgevoerd, en waarbij zij niet zelden uitgeput nedervallen. Hun gemeenten worden bestuurd door oudsten; het opperbestuur is opgedragen aan een vrouw, die ook als zieneres de opvolgster van de stichteres der secte is. De leerstellingen der S. zijn vervat in het geschrift Testimony of Christ’s second appearance.
William Shakespeare
of, volgens zijn eigen handteekening, Shakspere, een der grootste dramatici aller tijden, geb. 1564 (datum onbekend) te Stratford on Avon, huwde 1582 met de 8 jaar oudere Anna Hathaway, ging omstr. 1586 naar Londen, waar hij (eerst aan den Blackfriars-schouwburg, sinds 1595 aan den Globe-schouwburg) als dichter, regisseur en tooneelspeler zich beroemd maakte en een groot vermogen bijeengaarde; keerde omstr. 1613 naar zijn geboorteplaats terug, en overleed aldaar 23 April 1616. Onovertroffen meester in het schilderen van karakters en in het weergeven van het volle leven, was S. daarenboven zoo objectief dat de verschillende confessies en wereldbeschouwingen hem tot hun aanhangers rekenen. De als Baconkwestie bekende hypothese, dat de schouwburgregisseur S. de hem toegeschreven drama’s niet heeft gedicht, maar dat Francis Bacon de maker ervan is, heeft nooit veel ingang gevonden.
Shakespeare’s dramawerken zijn, in de volgorde waarin ze opgenomen zijn in de eerste volledige uitgave (1623, bekend als de eerste folio):
I. Comedies, blijspelen:
1) The comedy of error.
2) The two gentlemen of Verona.
3) The taming of the shrew.
4) Love’s labour’s lost.
5) The merchant of Venice.
6) A Midsummernight’s dream.
7) All’s well that ends well.
8) Much ado about nothing.
9) The merry wives of Windsor.
10) Twelfth-night, or what you will.
11) As you like it.
12) Measure for measure.
13) The winter’s tale.
14) The tempest.
II. Historische treurspelen:
1) King Henry VI, eerste gedeelte.
2) King Henry VI, tweede gedeelte.
3) King Henry VI, derde gedeelte.
4) King Richard III.
5) King John.
6) King Richard II.
7) King Henry IV, eerste gedeelte.
8) King Henry IV, tweede gedeelte.
9) King Henry V.
10) King Henry VIII. ' ' *
III. Treurspelen:
1) Titus Andronicus.
2) Romeo and Juliet.
3) Hamlet.
4) Othello.
5) Julius Caesar.
6) King Lear.
7) Macbeth.
8) Timon of Athens.
9) Antony and Cleopatra.
10) Coriolanus.
11) Troilus and Cressida.
12) Cymbeline.
Bij deze 36 dramawerken kan nog een 37ste worden gevoegd, Pericles, prince of Tyre, eerst opgenomen in den derden druk van ’s dichters volledige werken, 1664, en waarschijnlijk slechts gedeeltelijk van S.; zes andere drama’s, mede van de beide eerste uitgaven der volledige werken uitgesloten, hoewel nog tijdens het leven van den dichter met zijn naam gedrukt, zijn beslist niet van hem. Ook als lyrisch dichter verwierf S. zich door zijn sonnetten een grooten naam.
Hoofdwerken over Shakespeare’s leven en werken: Drake, 8. and his time (1817), Hazlitt, Characters of S.s plays (1817), Mevr. Jameson, S.’s female characters (nieuwe uitg. 1897), Halliwell, Life of 8. (8ste dr. 1889), Coleridge, Notes and lectures on 8. (1849), Knight, Studies of 8. (nieuwe uitg. 1868), Fullom, History of 8. (2de dr. 1864), Neil, Shakespeare (1864), Dowden, Shakespeare (5de dr. 1880), Mézières, S., ses oeuvres et ses critiques (5de dr. 1893); van de literatuur in andere talen noemen wij: Schlegel, Vorlesungen über dramatische Kunst (3 dln. 1805—11), Bulthaupt, Dramaturgie des Schauspiels (dl. 2, 5de dr. 1894), Gervinus, Genée, G. Brandes (2de dr. 1898), Burgerdijk’s nederl. vertaling van S.’s werken met biogr. en aant.