Gepubliceerd op 17-02-2021

S. van groningen

betekenis & definitie

nederlandsch componist en piano-virtuoos, geb. 23 Juni 1851 te Deventer, studeerde aan de polytechnische school te Delft, was hier te lande en in Duitschland eenigen tijd als technicus werkzaam, en nam daarop het besluit de wetenschappelijke loopbaan te verwisselen met die der kunst, studeerde eenigen tijd te Weimar (bij Liszt en Oscar Raif) en te Berlijn, vestigde zich vervolgens te Zwolle als muziek-onderwijzer, werd hier dirigent van een gemengd en van een mannenkoor, gaf er een reeks concerten, waarop hij o. a. al de sonaten van Beethoven ten gehoore bracht, vestigde zich in Mei 1889, tot leeraar aan de muziekschool te Utrecht benoemd, metterwoon te Den Haag, deed van hier uit meerdere concertreizen naar Parijs, en zag zich in Jan. 1894 benoemd tot directeur en onderwijzer voor piano aan de muziekschool der afd. Leiden van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst.

G. trad in vele plaatsen op als solo-pianist, en componeerde, behalve eenige kleinere muziekwerken, een piano-concert, door hemzelven te Utrecht (met het stedelijk orkest onder W. Hutschenruyter), te Amsterdam en te Leiden (met het orkest van W. Kes) ten gehoore gebracht.

< >