Gepubliceerd op 23-02-2021

Roeland anthonie kollewijn

betekenis & definitie

nederl. taalgeleerde, zoon van den vorige, geb. 30 Maart 1857 te Amersfoort, studeerde te Groningen en te Leipzig. werd in 1880 leeraar aan de hoogere burgerschool te Deventer, is sinds 1892 directeur' van de vierde gemeentelijke hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus te Amsterdam. Reeds als student pleitte en protesteerde hij tegen de inkonsekwenties en het gebrek aan natuurgetrouwheid in de nederlandsche spelling, en plaatste in 1891 in „De Vragen van den Dag” het artikel Onze lastige spelling, dat den stoot heeft gegeven tot de beweging tot vereenvoudiging onzer schrijftaal. (Zie voorts op Nederland, bij Taal).

Hij schreef o. a.: Geber den Ein) hiss des holländ. Dramas auf Andreas Gryphius (dissertatie, Amersf. en Heilbronn 1880), Opstellen ever spelling en verbuiging (Amst. 1899), gaf onderscheidene nederlandsche klassieken in het licht, en is mede-redacteur van „Taal en Letteren”.

< >