duitsch godgeleerde, 1799 —1867, predikant bij het pruis. gezantschap te Rome, hoogleeraar bij het seminarie voor predikanten te Wittenberg en in 1837 bij dat te Heidelberg. Dezen werkkring verwisselde hij in 1849 met het hoogleeraarsambt te Bonn, maar keerde in 1854 naar Heidelberg terug.
Zijn voorlezingen omvatten de verschillende vakken der leerstellige en historische godgeleerdheid. Onder de duitsche godgeleerden van den nieuweren tijd neemt hij een eerste plaats in. Zijn theol. richting noemde hij zelf supranaturalistisch.