1) Residentie van Midden-Java, tusschen de Javazee, Soerabaja, Kediri, Madioen, Semarang en Japara, 7442 km.2 groot, in 1897 met 1.351.986 inw. De residentie bestaat in het noorden uit kalk, in het zuiden uit breccie- en mergelterreinen, daartusschen breidt zich de uitgestrekte Solovlakte uit; hoogste bergen: de ruim 900 m. hooge Goenoeng Pandan en de 800 m. hooge Goenoeng Lasem; R. wordt besproeid door den benedenloop der Solorivier, is over het geheel waterarm en het minst vruchtbare gewest van Java; het levert rijst, djagoeng, katjang, katoen en indigo, vroeger ook tabak (tot 1882, in welk jaar de laatste groote tabaksonderneming, in de afd.
Bodjonegoro, opgeheven werd); verder levert het veel djatihout op. R. is verdeeld in vier afdeelingen (tevens regentschappen): Rembang, Toeban, Bodjonegoro en Blora, met gelijknamige hoofdplaatsen en tezamen 23 districten.2) Hoofdpl. van de residentie en de afdeeling van dien naam, aan de zee, telde ultimo 1895: 13.724 inw.; eenige inlandsche industrie (geweven en gebatikte hoofddoeken en sarongs, enz.).