orgel (zie ald.), het in- en uithalen der registers. In gewone omstandigheden doet de bespeler (organist) dat zelf, bij concertuitvoeringen belast zich gewoonlijk daarmee een ander deskundige, overeenkomstig de aanwijzigingen van den functioneerenden organist.
Ook verstaat men er onder de kunst om de juiste registers te kiezen. Voor een gedeelte is in de nieuwe orgels daarin voorzien door combinatie-registers (jeu de combinaison); bij het uithalen van zoo’n registerknop wordt dan een registei^groep geopend, waarvan de stemmen een harmonisch geheel vormen. Het R. is een kunst annaloog aan het instrumenteeren voor orchest. Hoe grooter orgel (veel stemmen), hoe meer gelegenheid de organist heeft zijn kunst in het R. te toonen, doch daarvoor is noodig, dat de organist het te bespelen orgel in al zijn bijzonderheden vooraf heeft bestudeerd.