Gepubliceerd op 18-03-2021

Regenmeter

betekenis & definitie

udometer (van ’t Lat. udus, nat en Gr. metron, maat). De hoeveelheid neerslag, kortheidshalve ook wel regenhoeveelheid genoemd, wordt aangegeven door de hoogte in m.M. die het regenwater of het van sneeuw, hagel, rijp of ijzel verkregen smeltwater boven den bodem zou bereiken, indien het niet voor een deel verdampte, wegvloeide of in den bodem zakte.

Het doel van den R, is de bepaling van de hoeveelheid neerslag, die in een bepaalden tijd op een nauwkeurig bekend oppervlak is gevallen. Hieruit volgt dat het voornaamste deel van een R. is de opvangtrechter, die een nauwkeurig afgewerkten, scherpkantigen, cirkelvormigen rand moet bezitten, waarvan het oppervlak met juistheid kan worden bepaald. De hoeveelheid regen, uitgedrukt in m.M.3, gedeeld door het trechteroppervlak, uitgedrukt in m.M.2, geeft dan de gewenschte regenhoogte.Ten einde deze berekening te besparen wordt bij eiken R. een daarbij passend maatglas verstrekt, waarop de verdeeling zoodanig is aangebracht, dat de regenhoogte direct in m.M. of tiende deelen van m.M. kan worden afgelezen.

Een gewone R. wordt in den regel eenmaal per etmaal afgetapt; voor de waarneming van den nederslag gedurende zware buien bezigt men zelfregistreerende regenmeters.

De opstelling van den R. behoort te geschieden op eene plaats die van gebouwen, muren, boomen enz. minstens zoover verwijderd is als de hoogte dezer voorwerpen bedraagt. Een geheel vrijt veld, waar de R. te veel aan den wind is blootgesteld, is echter niet te verkiezen en opstelling op daken of heuveltjes moet vermeden worden, daar in zulk een geval een be'angrijk tekort in regenval zou kunnen worden waargenomen.

< >