Gepubliceerd op 20-01-2021

Raoul van dombrowski

betekenis & definitie

neef van den vorige, geb. 3 Juni 1833 te Praag, diende eenigen tijd in het oostenr. leger, nam in 1856 als luitenant ontslag, doorliep een cursus in de landbouwwetenschappen, en vestigde zich na eenige reizen op zijn landgoederen. iü Bphemen; in 1877 ging hij naar Weenen en bekleedde van 1887—93 een betrekking bij den hofjachtdienst; hij schreef : Harmvolh Bieder und harmlose Gedanken (anonijm, Praag 1862), Die Urproduction und Industrie gegenüber, den Forderungen unserer Zeit (2e druk 1871), Das Beh. Fin monographischer Beitrag zur Jagdzuologie (Weenen 1876), Das Edelwild (1878), Der Fuchs (1883), Splitten (1884), Lehr-undHandbuchfürBerufsjager (2e druk 1888), Cronik der Jagdbeute, Waldbrevier (Lpz. 1885), Der Wildpark (Weenen 1835) Die Geweihbildung der europ. Hirscharten, (1885) Das Wildern (1894), Kulturschutz und Wildhege (1886). In 1886 aanvaardde hij de redactie van de Allgemehie Encgklopödie der gesamten Forst- und Jagdwissenschaften, verder schreef hij voor Handbuch der Forstwissenschaft (Tüb. 1888) de afdeeling Jagd. Hij overl. 3 Sept. 1896.

< >