Gepubliceerd op 18-03-2021

Priscillianus

betekenis & definitie

stichter van de gnostieke sec te der Priscillianisten in Spanje. Hij trad na het midden der 4de eeuw met zijn, aan de leerstellingen van Marcion (zie ald.) en der Manichaeërs (zie ald.) herinnerend stelsel op en wist, ook door zijn streng zedelijk leven en zijn welsprekendheid velen voor zich te winnen.

Door een synode van Sarragossa in 380 geëxcommuniceerd, wist hij echter zijn voornaamsten tegenstander, bisschop Ithacius, tot de vlucht te noodzaken; laatstgenoemde vond echter bij den overweldiger Maximus in Trier gehoor en bewerkte, dat de Priscillianisten in hechtenis werden genomen en hun hoofd, ondanks diens beroep op Maximus in 385 in Trier werd terechtgesteld. Ondanks alle vervolgingen stierf deze secte eerst omstr. 600 uit. De schriftelijke nalatenschap van P. werd door Schepps teruggevonden en in het 18de dl. van het „Corpus scriptorum ecclestasticorum latinorum” (Weenen 1888) uitgegeven.

< >