nederl. aardrijkskundige en kartograaf, geb. 30 Oct. 1816 te Amsterdam, overl. 8 Jan. 1892, doorkruiste te voet geheel Nederland en werd daarop de letterkundige medehelper van Sarphati, alsook van Artis; hij ontwierp een groot aantal kunstwegen; voorn, werken: dl. 4 9 van De Aardbol van Pieter Best (1837—54), Handboek der Aardrijkskunde van Nederland en Lueemtrurg (1844), Gedenkboek van Neerlands b()-j. grondwettig volksbestaan (1864), Landen en volken (zeden, gewoonten, godsdiensten en kleederdrachten van alle volken der aarde, 1866—69), Geschiedenis der Zeventien Nederlanden (6 dln., 1869—81), Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland (Tiel, 1871 - 76, nieuwe uitgaaf , bij gewerkt door M. A.
Sipman, Arnh.-Nijmegen 1895), Amsterdam in schetsen (2 dln., Amst. 1861—69), Natura Artis Marristra, in schetsen, (1876); verder eenige honderden kaarten, alsmede een aantal historische en aardrijksk. atlassen.