Gepubliceerd op 20-01-2021

Pieter caland

betekenis & definitie

Nederl. ingenieur en waterbouwkundige, werd in 1826 te Zierikzee geboren en na zijn opleiding aan de Kon. Mil.

Academie te Breda in 1845 benoemd tot asp.ingenieur van ’s Rijks Waterstaat. Hij doorliep de verschillende rangen in dit dienstvak tot hij in 1891 als hoofdinspecteur werd gepensioneerd. Hij was in 1862 en volgende jaren werkzaam als expert in een rechtsgeding tusschen de Belgische regeering en een aannemer, was in 1866 lid eener internationale commissie voor de afdamming der OosterSchelde en bracht in 1885 eenigen tijd in Brazilië door, om op verzoek der regeering van dat land een onderzoek in te stellen naar verbetering van den mond der rivier Rio Grande de Sul. Hij is voorts de ontwerper van den Nieuwen Rotterdamschen Waterweg, waarvan de werken allen onder zijne leiding werden uitgevoerd, met inbegrip der beide dammen in de Noordzee, resp. lang 2000 en 2300 M. Hij schreef een verhandeling over eb en vloed op de benedenrivieren, welke in het fransch en duitsch werd vertaald. C. die thans (Aug. 1901) als ambteloos burger te ’s-Gravenhage leeft, is lid van verscheidene binnenen buitenl. geleerde genootschappen en verkreeg o. a. ook de zilveren medaille voor den watersnood van 1855.

< >