een der grootstekunstkenners van zijn tijd, in 1694 te Parijs geb. werd door zijn vader in de graveerkunst onderwezen en vormde zich verder door reizen in Duitschland en Italië. Zijn naam had zich weldra zoo zeer gevestigd, dat hem werd opgedragen de keizerlijke verzameling van kopergravures te Weenen in orde te brengen.
Behalve een Traité des pierres gravées du cabinet du roi (2 dln., 1750), verscheen vau hem de beschrijving van meerdere verzamelingen van schilderijen, kopergravures enz. M. overl. in 1774.
