fransch dichter, in zijn tijd de vorst der dichters genoemd, 1524 —85, was aanvankelijk page bij den hertog van Orleans, vergezelde daarop Jacob Y naar Schotland en keerde later weer tot den hertog terug; door een zware ziekte doof geworden, verliet hij het hof, wijdde zich aan de studie en werd met zijn vrienden (de z.g. Plejade) de grondlegger van het geleerde classicisme in de fransche literatuur; 1550 gaf hij vier boeken Oden uit, waarop Les amours (1552) volgden, Les LLymnes (1555) en verschillende verzamelingen elegieën, oden en sonnetten.
Van 1561—74 was hij hofdichter van Karel IX; zijn Franciade (157T2), die de Ilias van Frankrijk moest worden, bleef onvoltooid. Na den dood van Karel IX trok R. zich terug naar zijn abdij Croix-Val (Vendömois).
