Gepubliceerd op 28-02-2021

Piasten

betekenis & definitie

poolsch vorstelijk geslacht, welks stamvader Piast, een eenvoudige boer, 840 —890 als eerste hertog over Polen geheerscht zou hebben. Het was afkomstig uit GrootPolen en breidde in de 10de eeuw langzamerhand zijn heerschappij over de naburige stammen uit.

De vierde Piast, Mieczyslaw I (Mscislaw, overl. 9-92), omhelsde het christendom, en zijn dappere zoon Boleslaw (zie ald.) Chrobry, die het eerst den koningstitel aannam, stichtte het poolsehe rijk. De reeks der piastische koningen van Polen sloot 1370 met Casimir III den Grooten. Van de zrjliniën stierven de plastische hertogen van Masovië in 1526, de plastische hertogen van Silezië in 1675 met hertog Willem uit.

< >