naam van een viertal grieksche rhetoren en sophisten, die allen van het eiland Lemnus afkomstig en onder elkander verwant waren:
1) P., zoon van Verus, ten tijde van Nero; van zijn talrijke geschriften is slechts een dialoog, Nero, onder de werken van Lucianus bewaard gebleven.
2) Flavius P., omstreeks 170—250 na Chr., schreef -op aansporing van keizerin Julia Domna een romantische, ter verheerlijking van het Pythagoreïsme dienende biographie van Apollonius van Tyana (Vita Apollonii); voorts Heroïcus, een mythologisch verhaal van de helden vóór Troje, in den vorm van een dialoog, om het zinkend volksgeloof op te heffen; Vitae sophistarum in 2 boeken, waarvan het eerste 26, het tweede 33 rhetoren behandelt, een voor de geschiedenis der grieksche beschaving, vooral onder den keizertijd, belangrijk werk; eindelijk het in den nieuweren tijd teruggevonden werk Gymnasticus, over de gymnastiek met belangrijke mededeelingen over de olympische spelen enz. Ook heeft men nog 73 brieven (Epistolae) van hem.
3) P., de schoonzoon van den vorige; van hem zijn afkomstig de vroeger aan Flavius P. toegeschreven Imagines, in 2 boeken, een om de zuiverheid van taal en om de wijze van voorstelling in de oudheid hooggeprezen beschrijving eener galerij van 34 beelden te Napels.
4) P., kleinzoon van den vorige, schreef eveneens Imagines, een niet volledig bewaard gebleven werk, dat echter bij dat van zijn grootvader ver achterstaat; hij overleed 264 na Chr.