zoon van den macedonischen veldheer Parmenio, makker van Alexander den Grooten, was op den tocht naar Perzië de dappere aanvoerder der ruiterij. In het najaar van 330 werd hij echter te Prophthasia (in het tegenw.
Afghanistan) gevangen genomen en met zijn vader Parmenio (zie ald.) veroordeeld en terechtgesteld. Naar men zegt, zou hij zich met een samènzwering ingelaten hebben; zijn schuld is niet bewezen, maar het schijnt veeleer dat tot hun val heeft medegewerkt de gewichtige positie dier familie in het leger, hun oppositie tegen Alexanders aziatische politiële en persoonlijke vijandschap.