Gepubliceerd op 23-02-2021

Philip christiaan molhuijzen

betekenis & definitie

nederl. geschiedvorscher, in 1793 te Maastricht geb., was eerst predikant te Vucht en later te Deventer, waar hij in 1855 emeritus werd. In 1830 tot secretaris der curatoren van het athenaeum te Deventer en tot bibliothecaris benoemd, gaf hij twee jaar later den eersten met zorg bewerkten catalogus der bibliotheek aldaar uit.

Als grondig geschiedvorscher heeft hij zich doen kennen door zijn belangrijke stukken in de in 1837 door Nijhoff opgerichte Bijdragen voor vaderl. geschiedenis, w. o. vooral zijn verhandeling Over de Anglen in Nederland en aan den Neder rijn uitmunt. Ook in den Overijselschen Almanak voor oudheid en letteren (1836—55) en elders komen talrijke opstellen van hem voor. In 1860 tot archivaris te Kampen benoemd, om het aldaar aanwezig doch niet gebruikt archief behoorlijk in te richten, bewerkte hij hier zijn Register van charters en bescheiden uitmakende het oude archief der gemeente Kampen (3 dln., onvoltooid). M. overl. in 1865.

< >