nederlandsch dichter, geb. te Breukelen 2 April 1746, vestigde zich, na een kortstondig verblijf in Suriname, als apotheker te Amsterdam (1772) waar hij ten deele blind in 1794 op 18 April overleed. Van zijn werken verdienen vermelding: Oorspronkelijke dichtwerken (1782), Nieuwe poëzie (1792) en de tooneelstukken De graaf Olshach of de belooning der deugd (1778), De schouwburg of loon naar werk (1780), Molière (1781), De marquis de Bouille of de herovering van St.
Eustatius (1782) en enkele treurspelen (Elfriede, Codrus, Eduard 111).