Gepubliceerd op 20-01-2021

Paulus bosveld

betekenis & definitie

Nederl. godgeleerde, geb. te Dordrecht, 1732, studeerde te Leiden, was op verschillende plaatsen predikant, werd door Dordrecht tot representant van het bataafsche volk gekozen (1796), nam als zoodanig in Den Haag ijverig deel aan de beraadslagingen, keerde in 1798 naar Dordrecht terug, en overl. hier 21 Jan. 1809; als staande boven de dogmatische vasthoudendheid van zijn tijd, was hij als predikant weinig bij de eigenlijke ledematen zijner kerk gezien; wegens zijn welsprekendheid, fraaie voordracht en groote kennis had hij echter steeds een overtalrijk gehoor. Hij schreef een aantal uitlegkundige werken, vooral over de werken van Paulus.

< >