nederl. landschap- en dierenschilder, in 1625 te Enkhuizen geb., ontving van zijn- vader Pieter P., een vrij goed schilder, zijn eerste onderwijs. De grootste verdienste van P.’s stukken is zijn eenvoudige, treffende natuurgetrouwheid, zijn koloriet is warm en fijn; vooral munt hij uit in het teruggeven van de werking van licht en lucht in het perspectief.
Te ’s Gravenhage, waar hij zich vóór 1650 moet gevestigd hebben, genoot hij zeer de gunst der aanzienlijken. In 1652 vestigde hij zich te Amsterdam, waarschijnlijk op de dringende uitnoodiging van den burgemeester Tulp, en overleed reeds in 1654 aan de tering. Men kent, behalve een aantal teekeningen en etsen, een 130-tal schilderijen van zijn hand. De bekendste zijn: De jonge stier (1647, Den Haag), Het spiegelende koetje, en een Landschap met ossen en varkens; de kolossale Berenjacht, De herders met hun vee, De stroosnijders, De herdershut en Orpheus de dieren temmende. Beroemd is ook vooral zijn Pissende koe, die lang in het bezit was van den graaf van Hessen-Kassel, door Napoleon naar Parijs vervoerd, te Malmaison door den keizer van Rusland aangekocht werd voor 10.500 gulden en thans in de Hermitage te Petersburg is. Verder zijn nog stukken van P. te Londen, Antwerpen, Parijs, Dresden, München, Weenen enz.
