Gepubliceerd op 23-02-2021

Paul lindau

betekenis & definitie

duitsch schrijver, geboren te Maagdenburg 1839, verbleef eenigen tijd te Parijs als correspondent van duitsche bladen, keerde in 1864 naar zijn vaderland terug, richtte in 1870 te LeipzigDas neue Blatt” op, vestigde zich in 1871 te Berlijn, waar hij de leiding op zich nam van „Die Gegenwart” en „Nord und Süd”, ondernam in 1890 een reis naar het Oosten en in 1892 naar NoordAmerika en werd daarna hof-schouwburg-intendant van den hertog van Meiningen. Zijn werken bestaan uit geschriften van critischen aard, o. a.: Harmlose Briefe eines deutschen Kleinstädters (1870), Literarische Bucksichtlosigkeiten (1871), Nüchterne Briefe aus Baireuth (1877), Studien over Molière (1873), en Alfred du Musset (1877), drama’s en andere tooneelstukken Marion (1868), In diplomatischer Sendung (1872),'Diana (1872), Ein Erfolg (1874), Tante Therese (1870), romans Herr und Frau Bewer (1882), Toggenburg und andere Erzählungen (1893).

< >