Gepubliceerd op 23-02-2021

Paul anton de lagarde

betekenis & definitie

heette eigenlijk Bötticher, doch noemde zich L. naar den naam zijner moeder, duitsch oriëntalist en taalvorscher, geb. 2 Nov. 1827 te Berlijn, studeerde aldaar en te Halle in de theologie, philosophie en oostersche talen, habiliteerde zich 1851 te Halle, was 1852—53 te Londen en Parijs werkzaam, was een tijdlang leeraar aan een gymnasium te Berlijn, werd 1869 tot hoogleeraar te Göttingen benoemd, waar hij 22 Dec. 1891 overleed. Zijn eerste werken, als Gesammelte Abhandlungen 1866 verschenen, hielden zich bij voorkeur met de iraansche wereld bezig.

Als vrucht van zijn verblijf te Londen en Parijs verschenen in het syrisch: Didascalia apostolorum (1854), Beliquiae juris ecclesiastiei antiquissimae (1856), Analecta syriaca (1858), Titi Bostreni contra Manichaeos libri IV (1859), Gcoponica (1860), Clementis Bomani recognitiones (1861), en de met deze teksten in verband staande grieksche: Beliquiae juris ecclesiastiei antiquissimae graece (1858), Titi Bostreni quae ex upere contra Manichaeos edito servata simt graece (1859) Constitutiones apostolorum (1862), Clementina (1865); later gaf hij verschillende kleine syrische werken uit in de Practermissorum Ubri duo (1879) e. a. Nog werden door hem uitgegeven: Petri Hispani de lingua arabica libri duo (1883), Judae Harizli macamae hebraice (1883) en de Opere italiane van Giordano Bruno (2 dln., 1888—89). Op de iraansche talen (bactrisch, armeenseh, perzisch) kwam hij nog een paar maal terug; voorts verschenen Semitica (1878—79), üricntalia (1879— 80), Aegyptiaca (1883) en het uitmuntende liebersicht über die im Aramäischen, Arabischen und Hebräischen übliche Bildung der Nomina (1889). Het voornaamste streven van L. was echter gericht op de tekstcritiek van den Bijbel; tot dezen werkkring behooren de uitgaven der syrische vertaling van de apokriefe boeken des 0. Testaments (1861), der arabische vertaling van de evangeliën (1864), der koptische van den pentateuch (1867), der bouwstoffen voor de critiek en geschiedenis van den pentateuch (2 dln., 1867), der Genesis graece en als aanhangsel daarbij de uitgave der Quaestiones van Hieronymus (1868), der Onomastica sacra (1870, 2de dr. 1887), der Prophetae chaldaiee (1872) en der Hagiographa c-haldaicc (1873), van het Psalterium iuxta Hebraeos Hierunymi (1874), Psalmi 1—49 arabice (1875), Psalterii vcrsio memphilica 1875), Psalterium, Job, Provcrbia arabice 1876) en van 5 fragmenten der syrische hexaplaire vertaling van het O. Testament (1880) en van het eerste deel der kanonieke boeken van het O.

T. in het grieksch (1883). Het gelukte L., den tekst van dat gedeelte van het O. T. vast te stellen, die door Ulfilas in het gotisch vertaald werd. Tot dezen tak van studie behooren nog verschillende andere verhandelingen en uitgaven, waarvan enkele na zijn dood verschenen. Zijn kleinere werken uit zijn latere jaren zijn verzameld in de 2 dln. Symmicta (1877—80) en de Mitteilungen theolphilos.

Inhalts (4 dln., 1884—91). Ook trad L. in enkele verhandelingen als politiek schrijver op. In 1893 werd een vereeniging opgericht (Stiftung der Freunde Lagardes), die door de door L. zelf ontworpen uitgave eener doorloopende reeks drukwerken zijn aandenken in eere wil houden.

< >