Gepubliceerd op 28-02-2021

Ornament

betekenis & definitie

lat., ornement, fr., versiering, versierend bijwerk aan voortbrengselen van ’s menschen kunstvaardigheid, inzonderheid van bouwwerken; het vormt den overgang van de bouw- tot beeldhouwkunst. De ornamentiek of wijze van versiering (ook: leer van de aanwending van versierselen), heeft haar ontstaan te danken aan het streven der bouwkunst, om den eenvoud van haar stelsel en de strengheid van haar lijnen te verzachten en te versieren door meer afwisselende vormen.

De ornamentiek ontleent haar vormen meest aan de plantenwereld, meer zelden aan de dierenwereld en aan het mensehenbeeld. Bij de Grieken stond de ornamentiek op een hoogen trap van ontwikkeling en ook hierin was de natuur hun leermeesteres. In de romaansche kunst ontwikkelde zich een rijke ornamentiek, die uitging van de beginselen der antieken, maar al ras meer phantastisch dan naturalistisch van aard werd. De gotische kunst daarentegen keerde voor haar ornamentiek tot de natuur terug, en bezigde om hare phantasieën in te kleeden en daaraan een rijk en passend gewaad te geven, op eigenaardige schoone wijze de vormen en het karakter der noordsche bloemen- en plantenwereld.

< >