eigenlijk Olof Petersson, zweedsch geleerde, geb. te Oerebro 1493, overl. te Stockholm 1552, studeerde te Leipzig en te Wittenberg, waar hij de leerling en vriend werd van Luther. In Zweden teruggekeerd begon hij in 1523 de leer der hervormers te prediken en bewoog Gustaaf Wasa die aan te nemen.
In 1531 werd hij kanselier en zegelbewaarder, maar verloor de gunst des konings en werd ter dood veroordeeld omdat hij een samenzwering, hem in de biecht medegedeeld, niet had bekend gemaakt. Hij erlangde echter gratie, doch bleef verder van allen invloed verstoken. Hij eindigde zijn leven als predikant te Stockholm. Hij schreef zeer veel, o. a. een Zweedsche kroniek, een vertaling van het Nieuwe (1526) en een van het Oude Testament (1541).