schaaldierfamilie van de orde der Tienpootigen (Decapoda) en van de onderorde der Kortstaartigen (Brachyura); het hoofdkenmerk der N. is de afwijkende plaatsing van het laatste of de beide laatste pootenparen; deze zijn n.l. niet op gelijke lijn met de overige pootenparen, maar hooger, aan of nabij de rugzijde ingeplant, en bovendien meestal kleiner dan de daarvoor geplaatste pooten. Geslachten: Dromia, Hypoconcha, Homola, Dorippe, Ethusa, Eanina, Oxystoma.
Bij eenige N. zijn de achterste pooten van scharen voorzien, waarvan zij zich bedienen om allerlei in zee drijvende voorwerpen, als. wieren, sponsen, schelpstukken enz., op hun rug te bevestigen.