s. Stratiomyidae, Doornruggen, Gewapende vliegen, familie van Tweevleugelige insecten; de soorten zijn voor het meerendeel voorzien van 2, 4, 6, 8 of meer doorntjes, welke geplaatst zijn aan het schildje; verder is van de drie leedjes, die elke spriet samenstellen, het laatste, dat gewoonlijk een borstel draagt, duidelijk geringd; het snuitje is kort en heeft vleezige eindlippen.
De kolfjes zijn vrij. Het achterlijf is dan eens (geslachten Xylophagus, Beris) meer verlengd en uit zeven of acht, dan weder (de meeste overige geslachten) kort en breed en uit slechts vijf vrije ringen samengesteld. De N. houden zich aan bladeren en bloemen op en bewegen zich meestal langzaam. De gedaante der larven biedt nog verschil aan, al naar gelang zij in het water of in vermolmend hout leven, maar zij bezitten steeds een duidelijken kop. Die van het, ook in Nederland vertegenwoordigde geslacht Stratiomys, zijn lang, plat, spoelvormig, en hebben een spitsen kop en een luchtgat aan het achterlijf, rondom hetwelk, aan het einde van een als ’n verrekijker in- en uitschuifbaar buisje, een stervormige kring van gepluimde haren staat, die, zich naar elkaar toe buigende, onder water een luchtbel kunnen meevoeren. Onder de vele geslachten die deze familie telt zijn nog Beris, Oxycera Sargus en Chrysomyia; de soorten van beide laatstgenoemde zijn levendig metaalglanzig gekleurd.