Gepubliceerd op 23-02-2021

Nikolai michailowitsch karamsin

betekenis & definitie

een der grootste russische geschiedschrijvers, geb. 1765, in het dorp Michailowka (gouvernement Orenburg), overl. 1826. Hij maakte het eerst naam door vertalingen van Shakespeare’s Julius Caesar en Lessing’s Emilia Galotti en stichtte te Moskou het „Moskouer Journaal” (1791).

Vervolgens deed hij een verzameling romant. verhalen, o. a. Aglaja (1794) en Brieven van een reizenden Bus (1798—1800) het licht zien. Deze oefenden een niet geringen invloed uit op de russische letterkunde dier dagen, waarin zij een nieuwe strooming brachten. Daarna schreef hij een Lofrede op Katharina II (1802) en wijdde zich, in 1803 tot rijks-historiograaf en hofraad benoemd, geheel aan de geschiedenis van zijn volk en land. In 1816 begon hij zijn groote Geschiedenis van het Russische rijk, een standaardwerk, waaraan hij tot 1824 arbeidde, toen ziekte hem belette het te voltooien. Dit werd gedaan door Bludow, die het twaalfde deel (1829) en Strojew, die het register er op schreef (1836). De beste vertaling van dit werk is die in het fransch door Saint-Thomas en Jouffret.

< >