Gepubliceerd op 28-02-2021

Nikola pasitsj

betekenis & definitie

Servisch staatsman, geb. 1846; opgeleid voor ingenieur, sinds 1878 afgevaardigde, stichtte hij in 1881 de radicale partij, moest na den opstand in het Timokdal tegen koning Milan (1883) de wijk nemen naar het buitenland, werd bij verstek ter dood veroordeeld, kreeg 1889 vergunning terug te koeren, was sedert voorzitter van de Skoepsjtina, burgemeester van Belgrado, minister-president (1891—92), gezant te Petersburg. In het kabinet Gruic (Groeïtsj)) aanvaardde hij in Febr. 1904 de portefeuille van buitenl. zaken.

< >