gedeelte van het koninkrijk Rumenië, begrensd ten o. en ten n. door de Proeth, die het van Rusland scheidt, ten z. door Wallachije en den Donau, die de grens vormt met Bulgarije, en ten w. door Galicië en Zevenbergen. De voornaamste rivieren, die het land besproeien zijn: de Proeth, de Sereth, de Moldava en de Bistritza.
Het westelijk deel is hoogland door de Karpaten en hun vertakkingen, in het n.o. vindt men hoogland en plateau’s, het z.o. deel is vlak, waaraan zich het lage land van den Donau aansluit. Van de vele meren zijn de voornaamste: Bratijsch, Kagoel en Jalpoech. De grond is vruchtbaar en brengt veel graan, vruchten en wijn voort. Van de mineralen worden er gevonden: eenig goud, zilver, lood, koper, zout en zwavel. Er zijn ook verscheidene minerale bronnen, o. a. te Slanik en te Stroenga. Fabrieken zijn er niet veel; de handel daarentegen is vrij levendig.
In 1529 geraakte Turkije in het bezit van M. Sedert het verdrag van Jassy in 1792 oefende Rusland invloed op den gang van zaken uit, en in 1812 moest Turkije een aanzienlijk deel, Bessarabië, aan Rusland af staan; in 1774 was de Bukowina reeds aan Oostenrijk gekomen. Moldavië en Walachije, die de DonauVorstendommen genoemd werden, kregen daarna een onafhankelijk bestaan. De vorsten werden door Turkije en Rusland uit de bojaren lste klasse gekozen. Bij den turksch-russischen oorlog van 1853 legde de vorst of hospodar zijn waardigheid neder, en na verschillende onder handelingen werd M. in Aug. 1858 met Walachije tot Rumenië vereenigd.M. heeft een oppervlakte van 37.940 km.2, met een bevolking van ongeveer 1.800.000 inwoners.
