Paridae, een uit 14 geslachten, met tezamen ongeveer 90 soorten bestaande, over de geheel© aarde verbreide, in Z.-Amerika en Australië echter spaarzaam vertegenwoordigde en op Madagaskar geheel ontbrekende familie van zangvogels, gekenmerkt door een kegelvormigen snavel, die bij1 de meesten gaafrandig is, bij sommigen nabij de spits een kleine inkerving vertoont; de wortel van den snavel is bedekt met kleine vedertjes, de tong is veelal vezelig verdeeld. De M. onderscheiden zich door hun kunstigen nestbouw.
Hun voedsel bestaat hoofdzakeljjk uit insecten en verder uit zaden. Het zijn kleine, levendige, zeer vrije en moedige vogeltjes, vlugge klimmers, minder goede vliegers. De bekendste soorten zijn: de koolmees, Parus major, hier te lande een standvogel, 15 centim. lang, van boven olijfgroen, aan den buik geel met een overlangsche zwarte streep; broedt overal, zwerft in het winterhalfjaar rond in troepen, geleid door een aanvoerder; de pimpel, Parus coeruleus, van boven groenachtig blauw, gelijkt overigens op de koolmees, doch is iets kleiner; draagt hier te lande ook de namen blauwkopmees, blauwkop je, hemelmees, blauw meesje enz.; de zwarte mees, Parus ater, aschgrauw, met zwarten kop, staart en vleugels; de zwartkopmees, Parus palustris, bruinachtig grijs, zwarten kop, een bewoonster van lage, waterrijke streken in Europa, hier te lande een zwerfvogel; de kuifmees, Parus s. Lophophanes cristatus, die op den kop een zwarte, witgerande kuif draagt; houdt zich bij voorkeur op in naaldhout; de witkop-staartmees, Parus s. Aegithalus caudalus, met een staart die langer is dan het lichaam en bijna even kunstig haar nest bouwt als de in dit opzicht vermaarde buidelmees, Parus pendulinus, die in z.o. Europa leeft.
