Gepubliceerd op 20-01-2021

Marcus porcius cato priscus

betekenis & definitie

bijgenaamd Priscus, en Superior, de Oude, of Oudere, ook Censorius, geb. 234 v. Chr te Tusculum, vocht op 17-jarigen leeftijd mede tegen Hannibal, later, in 2l4, onder Fabius Maximus, in 209 voor Tarente, trad ook te Rome als rechtsgeleerde op, ging met Scipio als quaestor naar Sicilië, werd in 198 praestor van Sardinië, in 195 consul, maakte in 193 den oorlog tegen Syrië mede en werd belast met het overbrengen van de tijding der overwinning bij Thermopylae naar Rome, waar hij voorts als medelid van den senaat en als pleitbezorger werkzaam bleef; in 184 werd hij met Valerius Flaccus tot censor gekozen, als hoedanig hij zich bijzonder gestreng betoonde, vooral jegens hen die hij niet persoonlijk genegen was; hij bestreed verder de weelde, inzonderheid bij vrouwen. en verdedigde het algemeen belang der republiek tegen de kuiperijen van enkelen- Zijn oud-romeinsche gestrengheid van zeden ergerde zich zelfs aan het verschijnen van een atheensch gezantschap onder den wijsgeer Carneades te Home, uit vrees dat de oude tucht door het verbreiden van nieuwe leerstellingen schade mocht lijden.

Minder angstvallig was hij in het streven om het gebied van zijn vaderland te vergrooten, zooals blijkt uit zijn spreuk: ceterum censeo Carthaqinem esse delendam. Tot aan zijn dood bleef hij een onverzoenlijk en halsstarrig bestrijder van nieuwigheden en vreemde gewoonten. Eenvoudig in zijn levenswijze, niet toegevend jegens zichzelven, een vijand van alle pracht, scherp en geestig in zijn uitdrukkingen, gestreng jegens zijn gezin, was hij in alle opzichten een echt Romein, echter niet, vrij van gebreken, die hem dikwijls met zijn ijver en zijn woorden in tegenspraak brachten. Vriéndelijk jegens de burgers, was hij dikwijls scherp en bitter tegen den adel. Zijne letterkundige werkzaamheid was groot. Behalve rechtsgeleerde werken, die verloren zijn, redevoeringen, waarvan nog eenige fragmenten over zijn, didactische geschriften ter onderwijzing van zijn zoon schreef hij Origine,s-, annalen van de stichting der stad (volgens hem 751 v.

C.) tot op zijn tijd, in 7 boeken, benevens een werk over den landbouw, De re rustica, dat nog bewaard is. Hij stierf 149 v. C

< >