Gepubliceerd op 19-01-2021

Lucius appulejus

betekenis & definitie

Grieksch wijsgeer, geb. te Madaura/ in Afrika, onder de regeering van Hadrianus, werd opgevoed te Carthago, beoefende de platonische wijsbegeerte te Athene, deed groote reizen en keerde vervolgens, na een kort verblijf te Rome, naar Afrika terug, alwaar hij iets later, nadat hij op eene tweede reis met de moeder van zijnen vriend Pontanus, de rijke Aemilia Pudentilla, in het huwelijk was getreden, Carthago tot zijn woonplaats koos en daar spoedig groot aanzien genoot. Hij was een aanhanger der nieuw-platonische wijsbegeerte, bezat groote geleerdheid en trachtte het in verval geraakte heidendom te zuiveren en te versterken.

Te dien einde beval hij de herstelling der oude mysteriën aan, waarin hij zich op zijne reizen bijna overal had doen opnemen. Dit blijkt vooral uit zijn: Metamorphoseon, waarin een tot ondeugd vervallen jongeling, Lucius, eerst juist ten gevolge zijner ondeugden in een ezel veranderd, doch door de mysteriën een geheel nieuw mensch wordt. Buitendien geeft het een leerrijk tafereel van de heerschende zeden dier tijden. De belangrijkste der vele episoden van dit boek is die van Amor en Psyche in hét 4—6 boek, waarin het lot der door menigvuldige beproevingen gelouterde menschelijke ziel beschreven wordt. Zich zelven verdedigde hij zeer geestig in eene redevoering De magia tegen de beschuldiging van tooverij, die hij zou aangewend hebben om zijne vrouw te krijgen. Daarenboven bezitten wij van hem eenige geschriften van wijsgeerigen inhoud, De cleo Socrates, De dogmate Platonis, De mundo een werkje Florida geheeten, eene verzameling van uittreksels uit zijne werken, en een geneeskundig geschrift, De herbis. Zijn stijl is min of meer gezwollen en gekunsteld.

< >