Gepubliceerd op 18-03-2021

Pontanus

betekenis & definitie

1) Johannes Isaac, deensch geschiedschrijver, geb. 21 Jan. 1571 te Helsingör (Elseneur), waar zijn vader, * een Hollander, nederlandsch consul was, studeerde in de Nederlanden en was professor te Harderwijk toen hij in 1618 tot deensch. historiograaf benoemd werd, om de geschiedenis van Denemarken te schrijven; hij keerde echter later naar Harderwijk terug, waar hij 6 Oct. 1639 overleed. Zijn werk: Berum danicarum historia (Amsterdam 1631; vervolg, tot 1448, Flensburg 1737), is in goed latijn geschreven; voorts schreef hij nog: Historiae geldricae libri IX, en Historia urbis et rerum amstelodamensium (1611).

2) Gelatiniseerde naam voor Gregor Brück, eigenlijk Heintze geheeten, duitsch staatsman, geb. 1483 te Brück bij Wiittenberg en was als advocaat werkzaam. Door Frederik d. Wijzen aan zijn hof geroepen, vergezelde hij diiem vorst en zijn opvolger n. de rijksdagen en nam hi bijzonder aandeel aan de verhandelingen over de Reformatie. Hij schreef in 1530 de voorrede voor den duitschen tekst der Augsburgsche Confessie. Ook aan het tot stand komen van het Smalkaldisch verbond werkte hij mee; na de gevangenneming van Johan Frederik in 1547 trok hij zich terug naar Jena, en overleed 20 Febr. 155 D

< >