violist en componist, 1784 —1859, werd in 1805 aangesteld tot hofconcert-directeur te Gotha, in 1812 als 2de kapelmeester bij den Schouwburg te Weenen, in 1822 als hofkapelmeester te Kassei. Hij bezocht Nederland, Frankrijk en Engeland.
Opera’s, symphonieën, oratoria, te zamen 150 werken, werden door hem gecomponeerd. S.’s vioolmuziek wordt nog steeds gespeeld. Na zijn dood verscheen S.’s Selbstbiographie (1862).