Louis nicolas davout

betekenis & definitie

Ook wel verkeerdelijk Davoust geschreven, hertog van Auerstiidt en vorst v. Eckrnühl. Fransch maarschalk, geb 10 Mei 1770 te Annoux, trad jong in dienst bij de kavalerie, schaarde zich aan de zijde der revolutie, maakte onder Dumouriez den veldtocht van 1792—93 mede, diende later onder Pichegru, en trok tijdens de egyptische campagne de aandacht v. Bonaparte; hij klom daarop snel op, en werd 19 Mei 1804, den dag der troonsbestijging van Napoléon. tot maarschalk van Frankrijk benoemd; hij voerde bij Austerlitz bevel over den rechtervleugel, versloeg 14 Oct. 1806 bij Auerstadt de Pruisen, besliste de slagen van Eckmühl en Wagram, was in 1811 gouverneur van het departement der Elbemonden, voerde in den russischen veldtocht het lste legerkorps aan, bereikte hiermede bij den terugtocht door Saksen en Mecklenburg de stad Hamburg, en verdedigde deze stad tot 31 Mei 1814; na Napoléons terugkeer van Elba werd hij min. van oorlog; hij organiseerde na den slag van Belle-Alliance de verdediging van Parijs sloot met Blücher en Wellington een wapenstilstand, en trok overeenkomstig de daarin vervatte voorwaarden zijn strijdkrachten achter de Loire terug; Fouché verbreidde hierop het gerucht dat hij zich met twee millioen tot deze handelwijze had laten omkoopen; door Lodewijk XVIII uit zijn rang ontzet, moest hij zich verre van Parijs houden, kreeg echter in 1817 weder een rang in het fransche leger, en werd in 1819 tot pair benoemd; hij overleed 1 Juni 1823 te Parijs. Hij was een der bekwaamste veldheeren van Napoléon en bezat in het militaire een zeldzaam scherpen blik; dapper tot vermetelheid, onmenschelijk gestreng, bedreef hij in zijn loopbaan vele malen gruwzame wreedheden.