of Nivernois, (hertog) fransch diplomaat en letterkundige, geb. en overl. te Parijs 1716—1798, was de laatste spruit van het toskaansche geslacht Mancini, dat in het begin der 17de eeuw in Frankrijk was gekomen.
Hij diende eerst in het leger en maakte de veldtochten in Italië (1734), Bohemen (1742) en Beieren (1743) mede; werd in de plaats van Massillon tot lid der Academie gekozen en als gezant in 1748 naar Rome, in 1756 naar Berlijn, in 1762 naar Londen gezonden. In 1787 was hij minister van staat in het kabinet Necker; in 1793 gevangen genomen werd hij in 1795 weder in vrijheid gesteld. Van zijn werken werden ’t meest bekend: romances, liederen, fabels en lichte poëzie, Réflexions critiques op Horatius, Boileau, J. B. Rousseau; navolgingen en vertalingen van Vergilius, Tibullus, Propertius, Ovidius, Pope’s Essai sur l’homme, Correspondance diplomatique, Discours académiques en Théâtre de société.