ital. componist, 1690—1732, deed van 1719 tot 1732 drie en dertig opera’s het licht zien, waarvan vele schitterend succes behaalden, o. a. die in Napolitaansch dialect geschreven, Lo cccato fauzo en Ifigenia in Tauride (1725), zijn meesterstuk.
Hij was kapelmeester aan het hof te Napels, doch trad in het Dominicaner klooster Sancta Catarina. Behalve opera’s schreef V. twee Missen, verschillende cantates, aria’s, motetten en de beide oratoria La Protczionc del Rosario en La Vergine addolarata.