Lazare nicolas marguerite carnot

betekenis & definitie

bijgenaamd le Grand Carnot, fransch generaal en staatsman, broeder des vorigen, geb. 13 Mei 1753 te Nolay, had zitting in de regeeringslichamen van het tijdperk der revolutie, stemde voor het terdood brengen van Lodewijk XVI, kreeg geheel het legerbestuur in handen, lichtte de veertien legers der republiek, leidde alle operatiën, werd lid van het Directoire, regelde met Bonaparte het plan van de ital. campagne, werd door Barras in verdenking van royalisme gebracht, moest naar Duitschland vluchten, keerde na 18 brumaire naar Frankrijk terug, werd in 1800 minister van oorlog, later lid van het Tribunaat, stemde tegen de oprichting van het keizerrijk, trok zich tot 1814 uit het openbare leven terug, bood in gemeld jaar Napoléon zijn diensten aan, werd divisie-genern al en gouverneur van Antwerpen, en na Elba minister van binnenland; in 1816 als régicide (koningsmoordenaar) verbannen, ging hij naar het buitenland en stierf 3 Aug. 1823 te Maagdenburg; te Nolay werd in 1882 een gedenkteeken voor hem opgericht, en in 1889 werd zijn stoffelijk overschot naar het Panthéon te Parijs overgebracht. Hij gaf in het licht: Essai sur les machines (1784), De la défence des places fortes (1809), Correspondance de Napoléon Bonaparte avec le comte Carnot pendant les Cent-Jours (1819) enz.