fransche stad en hoofdplaats van het departement Aisne, ligt op een berg van 230 m. hoogte boven den oceaan, heeft luchtige straten en goed gebouwde huizen, een oude, gotische kathedraal, de kerk St. Martin uit de 12de eeuw, een hellenden toren, een bedelaarsgesticht, een openbare bibliotheek, en in den omtrek veel wijngaarden.
De stad fabriceert kaarsen, wollen dekens, gewoon laken, leder, hoeden en spijkers. Hier komen ter markt de weefsels van St. Quentin, het glas en de spiegels van St. Gobain, de ijzeren blikWaren van Folembray. Op 9 en 10 Maart 1814 viel onder de muren dezer stad een hevig gevecht voor tusschen Napoleon en de geallieerden, tengevolge waarvan de stad door de laatsten werd bezet en in 1815, ofschoon ontmanteld, hield zij tegen de geallieerden nog een 14-daagsch beleg uit. In 1870 moest zij de Duitschers binnen haar muren ontvangen en sprong het kruitmagazijn; 15.000 inw.
